Bougainvillea Mini Thai

Beschrijving

Er zijn circa 15 soorten, afkomstig uit de tropen en subtropen van Zuid-Amerika, vooral Brazilie. Ze zijn in de eerste helft van de19de eeuw in Europa ingevoerd. Vooral in de landen rond de Middellandse Zee en in Afrika tieren ze welig.
Deze planten zijn heester- of kruidachtig, groenblijvend of bladverliezend, meest klimmend. In de vrije natuur worden ze tot 4 m hoog. Ze hebben bedoornde twijgen en onaanzienlijke bloempjes. De bloemen zijn omgeven door opvallend gekleurde, papierachtige schutbladeren die lang aan de plant blijven zitten.
Bougainvillea werd voor het eerst gevonden in de tweede helft van de 18e eeuw, tijdens een expeditie waarover de Franse zeevaarder Louis Antoine de Bougainville de leiding had.

Bougainvillea houden van een goed gedraineerde kuip op een zonnige beschutte plaats. Tijdens het groeiseizoen de planten rijkelijk water en voeding geven. Voor een goede bloei, voeding met extra kalium voorzien.
Snoeien mag maar hoeft eigenlijk niet. De planten bloeien op de scheuten die ze tijdens het groeiseizoen vormen en mogen dan ook na de bloei worden gesnoeid.
Voor de eerste nachtvorst moeten deze kuipplanten naar binnen.
Plaats de kuipplanten in een koele (ongeveer 10gr C) en droge ruimte. Zolang de plant zijn bladeren behoudt is het ook noodzakelijk dat ze op een lichte plaats staan. De plant heeft een rustperiode nodig voor een goede bloei.